Over computerkabels mag niemand struikelen
Het volgende opiniestuk verscheen in de Volkskrant
op de Forum-pagina, p. 7, van 25 juli 1994
Steeds meer mensen krijgen te maken met computers en computernetwerken.
Nog maar weinigen zijn zich bewust van de talloze kansen èn bedreigingen
die de informatie- en communicatietechnologie kent. Het grootschalige
gebruik ervan vergt volgens Marcel Bullinga en Steven Lenos nieuwe
omgangvormen.
Een digitale revolutie voltrekt zich in de Nederlandse kantoren en
huizen. We krijgen steeds vaker te maken met voor de meeste mensen
ongewone zaken als computernetwerken, digitale post (e-mail),
bulletinboards en twee-wegkabelsystemen. Het steeds massalere gebruik van
Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) verandert de inrichting van
onze samenleving. De manier waarop we communiceren, waarop we aan
informatie komen, waarop we besturen en bestuurd worden.
Onder onze ogen is een digitale wereld aan het ontstaan,
een nieuwe gemeenschap met nieuwe omgangsvormen naast de "gewone wereld".
Da's mooi, zult u zeggen, maar waarom merk ik daar dan niets van?
Waarschijnlijk merkt u er meer van dan u beseft. Bijna iedereen heeft
wel eens met WordPerfect op de computer gewerkt, of is onderhand
overgestapt op het concurrerende tekstverwerkingspakket Word.
Spreadsheets (voor het doorrekenen van gegevens) en databases
(voor de opslag en presentatie van gegevens) worden in steeds meer
kantoren gebruikt om de zaken efficiënter te laten verlopen.
ICT wordt gebruikt om intelligente huizen te bouwen die ouderen en
gehandicapten in staat stellen om langer zelfstandig te wonen.
Transportbedrijven wisselen digitaal gegevens uit met hun collega's
en met de douane, wat een enorme administratieve rompslomp bespaart
en de positie van Nederland als distributieland verstevigt.
Onderzocht wordt hoe "digitale gemeentehuizen" kunnen worden gebouwd
waar de service aan de burger belangrijk verbeterd wordt door een
1-loket-systeem voor alle zaken waar inwoners mee in aanraking komen:
verhuizing,
energie-aansluiting, inschrijving in het Personenregister.
Steeds meer mensen gaan telewerken. Ze doen het denk- en schrijfwerk
thuis achter de computer en de fax. Dit betekent op termijn een
gigantische reductie van het woon-werkverkeer en dus van de uitstoot
van uitlaatgassen. Dat spaart het milieu, verhoogt de
arbeidsproduktiviteit en de tevredenheid over het werk, blijkt uit
onderzoek.
Door computers te koppelen, koppel je mensen
Op talloze plekken ontstaan databases met een schat aan gegevens
over mensen en zaken. Of het nu KredietRegistratie in Tiel is,
het bestand van belasting(wan)betalers van het ministerie van
Economische Zaken of de ledenlijst van de plaatselijke
bijenhoudersvereniging. Bij koppeling van databases ontstaan
onvermoede mogelijkheden om de maatschappij efficiënter en
rechtvaardiger te organiseren. Zo kunnen de universitaire resultaten
op het gebied van aids-onderzoek wereldwijd worden samengebracht om
het virus te bestrijden, maar ook kan het nationale bestand van de
Belastingdienst aan het bestand met uitkeringsgerechtigden worden
gekoppeld om fraude op te sporen. Tegelijk bestaat het niet geringe
gevaar van misbruik van de techniek voor extreem gedetailleerde en
ongewenste gedrags-controle. De KLM is streepjescodes gaan plakken
op alle koffers en kan ze elk moment van de reis opsporen, waar ook
ter wereld. Hetzelfde is mogelijk met mensen.Wie bevond zich waar en
deed wat op welk
moment van de dag - geld opnemen, geld uitgeven, energie verbruiken in
een andere woning dan de eigen... Wat mogelijk is gebeurt ook, leert
de geschiedenis.
Toch zijn het misschien niet zozeer deze afzonderlijke
computer-toepassingen die het gebruik van de term "digitale revolutie"
rechtvaardigen. Het geheim zit 'm in de koppeling van computers. Door
computers te koppelen, koppel je mensen. Met twintig miljoen computers
en talloos veel meer computergebruikers is dat al gebeurd: in het
wereldwijde publieke computernetwerk Internet. Geografische en
geestelijke grenzen vervagen door het gebruik van globale
communicatiestructuren als Internet. Burgers met dezelfde interesse
of hetzelfde belang kunnen elkaar zo bereiken en desgewenst samen een
vuist maken. Of het nou een poëziekring is, een homo-omroep of
wijkbewoners tegen de aanleg van de Betuwe. In dit soort virtuele
gemeenschappen verdwijnt niet alleen het onbewuste besef van fysieke
afstand, maar verandert ook het idee-van nabuurschap. Je buurman is
degene met wie je vaak contact hebt, niet meer per se degene die
toevallig naast je woont. Een mooi voorbeeld vormt het project de
Digitale Stad,
dat eenieder in staat stelt vanachter het eigen of een publiek
beeldscherm de wereld èn de wijk te verkennen. Een voorproefje van
hoe het worden kan.
Publiek netwerk
Van deze talloze kansen en bedreigingen zijn publiek en politiek
zich nog maar nauwelijks bewust. Pas sinds kort daagt het besef dat er
digitaal iets belangrijks gaande is. Het bedrijfsleven investeert
ettelijke miljarden in kabels, in computer-netwerken, in satelietten.
"Europa" sluist miljarden ECU's gemeenschapsgeld in allerlei digitale
projecten. Onze eigen ambtenaren en politici trekken grote sommen uit
voor een nationaal netwerk dat alle gemeentes met elkaar verbindt.
De PTT is erachtergekomen dat de "Digitale Snelweg" ook wel eens zonder
haar tot stand zou kunnen komen en investeert in het nationale digitale
transport. PC en TV zullen steeds dichter naar elkaar toegroeien en
uiteindelijk één apparaat worden. Spraak over de (TV-) kabel en video
over de telefoonlijn.
In eerste instanties zit het grootschalige ICT-gebruik vooral in de
commerciële hoek, in de spelletjes, de videopulp en de porno. Daaruit
vloeien wat later allerlei maatschappelijke ICT-toepassingen voort.
Het vruchtgebruik daarvan mag niet voorbehouden zijn aan een kleine,
goed geïnformeerde en rijk met computers gezegende elite. ICT moet
ten bate komen van het brede publiek, ook dat deel dat technisch niet
onderlegd is. Vooralsnog is de digitale wereld in sterke mate de werkplek
en speeltuin van een sterk technisch georienteerde pionierende elite.
De ontwerpers en makers van computers, van communicatie-systemen,
van allerlei toepassingen en diensten hebben de dure plicht ervoor te
zorgen dat ICT toepassingen veel en veel gebruiksvriendelijker worden
dan ze nu zijn. Een revolutie is pas een revolutie als de massa er de
vruchten van kan plukken.
Een andere voorwaarde is de ontwikkeling van een digitale infrastructuur,
een publiek netwerk (ook wel Digitale Snelweg geheten) dat toegankelijk
en betaalbaar is voor alle burgers. Net zoals het telefoonnet nu.
Op dit netwerk moeten tekst, foto's, tekeningen, video en geluid heen
en weer kunnen worden verzonden. Op creatieve manier moeten allerlei
diensten worden ontwikkeld, zodat deze infrastructuur kan worden gebruikt
voor tweezijdige communicatie van burgers met andere burgers, met het
bestuur, met dienstenleveranciers, in het lager en hoger onderwijs en
in de gezondheidszorg. Zo'n publiek netwerk vormt een stimulans voor
het scheppen van nieuwe vormen van (digitale) werkgelegenheid, en moet
openstaan voor alle vormen van meningsuiting met recht op privacy en
geheimhouding.
Behoefte aan nieuwe spelregels
Bestaande geboden en verboden zijn niet zonder meer overdraagbaar
op de digitale wereld. In haar haast om de digitale samenleving in
wording in nieuwe wetgeving te regelen, schiet de overheid door en
komen burgerrechten onder druk te staan. Actuele voorbeelden zijn de
niet erg doordachte wetsvoorstellen rondom encryptie enbibliotheek-uitleen.
Het encryptieverbod komt er kort gezegd op neer dat de overheid een
nooit eerder vertoonde greep op de communicatie tussen burgers wil hebben.
Burgers wordt verboden hun privezaken door middel van codering ook echt
geheim te houden. De bibliotheken, wier taak het toch is om iedereen van
informatie te voorzien, mogen dat opeens niet meer als de informatiedrager
niet van papier is (het klassieke boek) maar bestaat uit nullen en enen
(floppy of CD-I-schijf). In de nieuwe digitale wereld is een schreeuwende
behoefte aan nieuwe spelregels. Ons oude idee van klassieke en sociale
burgerrechten, variërend van het recht op briefgeheim tot het recht
op onderwijs, moet gemoderniseerd worden.
Wat burgers mogen en kunnen in de digitale wereld van morgen,wordt
bepaald door de vele kleine en grote beslissingen van overheden en bedrijven die nu genomen worden. Van essentieel belang is dat burgers kunnen meedenken en meebeslissen over het aanbod en de beschikbaarheid van ICT-toepassingen en diensten. De stem van d
igitale burgers moet worden gehoord. En onder
digitale burgers verstaan we niet alleen de trots-pionierende bezitters van een e-mail-adres, maar allen van wie digitaal gegevens zijn opgeslagen. En dat is zo ongeveer iedereen.
Software mag de mens niet overheersen. Over kabels mag niemand struikelen.
Digitale burgers op de bres voor een democratische samenleving.
Informatie- en communicatietechnologie ten dienste van de burgers.
Dàt is de inzet van die digitale revolutie. Daar komt geen spatje bloed
aan te pas.
Marcel Bullinga en Steven Lenos zijn initiatiefnemers van de onlangs
opgerichte Digitale Burgerbeweging Nederland DB.NL.
Mail reacties naar: roesderz@hacktic.nl