Regelgeving op Usenet

Martin Haring
Digitale Burgerbeweging Nederland
18 januari 1996

Inleiding

Net zoals er over het telefoonnet verschillende vormen van informatie lopen (spraak, fax, modem), zo lopen er ook over het Internet verschillende informatiestromen, elk met zijn eigen kenmerken. In deze lezing zal ter wille van de tijd slechts één van die informatiestromen (Usenet) worden besproken. De achterliggende gedachte is dat het beter is om een zo compleet mogelijk overzicht te geven van een beperkt deelgebied van het Internet, dan om oppervlakkig het hele Internet te behandelen.

De Techniek

Usenet (soms ook netnews of simpelweg news genoemd) is een stelsel van discussiegroepen op (oa) het Internet. Usenet werkt door middel van het store and forward-principe; Een article dat bijvoorbeeld door iemand op de Vrije Universiteit wordt gepost, wordt door het VU news systeem op de hard disk weggeschreven en wordt tevens doorgestuurd naar de "news-buren" waarmee de VU news uitwisselt. Deze slaan het article op op hun lokale hard disk en geven het vervolgens weer door aan hun news-buren. Je zou deze methode kunnen vergelijken met de "telefoonsneeuwbal" die op veel middelbare scholen in gebruik is. Als het eerste lesuur uitvalt, belt de docent Klaas en Piet, die dit in hun agenda schrijven, en vervolgens respectievelijk Jan en Marie, en Wim en Truus bellen. Dit systeem van opschrijven en doorvertellen gaat net zo lang door totdat iedereen van de betreffende informatie op de hoogte is.

Deze methode maakt het zeer eenvoudig om een computer op Usenet aan te sluiten. Het enige wat gedaan hoeft te worden is contact te leggen met een andere computer die reeds op Usenet zit, en vragen om doorgifte van news. Er is geen centrale leiding, Usenet bestaat enkel en alleen uit een verzameling die Usenet articles uitwisselen. Niemand bezit Usenet.

Om te voorkomen dat Usenet één grote berg van ongerelateerde articles wordt, is het opgedeeld in verschillende kanalen, ook wel newsgroups genoemd. Zo ongeveer ieder menselijk interessegebied heeft wel één of meerdere newsgroups. Het aantal newsgroups dat de grote providers (zoals XS4ALL) voeren, ligt boven de 7000 (!).

Sommige newsgroups hebben een moderator. Als iemand een article naar een gemodereerde newsgroup wil posten, dan moet hij het artikel per e-mail naar de moderator van de group sturen. De moderator beslist vervolgens over het al dan niet posten van het artikel. Een meerderheid (ongeveer 85\%) is echter ongemodereerd. Dit betekent dat er hierop geen enkele vorm van redactie aanwezig is.

Soms is het handig om een eenmaal gepost article weer in te trekken (bv. omdat men iets te koop aanbood dat inmiddels is verkocht). Hiervoor is het cancel message uitgevonden. Een cancel message is een geautomatiseerd verzoek aan alle computers op Usenet om een bepaald artikel te verwijderen. Veel systeembeheerders zijn van mening dat berichten alleen mogen worden verwijderd door de auteur zelf, en hebben hun computer ook als zodanig ingesteld.

Spamming

Usenet is ontstaan in de academische wereld, en bij het ontwerp is men er vanuit gegaan dat de gebruikers weldenkende mensen zijn die zich niet schuldig maken aan asociaal gedrag. Door de oprukkende commercie komt deze veronderstelling in toenemende mate onder druk te staan. Een aantal "snelle jongens" heeft ontdekt dat men op Usenet tegen minimale kosten een zeer groot publiek kan bestoken met reclame. Men post eenvoudigweg het zelfde reclame-article naar zoveel mogelijk newsgroups. Hoewel dit op zich niet strafbaar is wekt dit hevige irritatie op bij de overige Usenet gebruikers. Het meervoudig posten van (vrijwel) hetzelfde article naar zo veel mogelijk newsgroups wordt ook wel spamming genoemd.

Spamming vormt een potentiële bedreiging voor Usenet. Het kost veel netwerk- en opslagcapaciteit (met alle bijbehorende financiële kosten), en het is irritant voor degenen die een discussie proberen te houden om telkens gestoord te worden door opdringerige spammers. Om spamming te bestrijden hebben een paar Usenet-gebruikers de CancelMoose opgericht. Deze stuurt voor ieder spam-article een cancel message. Het probleem is echter dat veel Usenet-computers hier alleen gehoor aan geven als degene die het cancel message stuurt (de CancelMoose) dezelfde is als degene die het oorspronkelijke article heeft gestuurd (de spammer). De CancelMoose lost dit probleem op door in haar cancel messages de afzender te vervalsen, zodat het lijkt alsof ze door de spammer zijn verstuurd. Hoewel de activiteiten van de CancelMoose over het algemeen worden toegejuicht, gaat het hier juridisch gezien wel om het "onder een valse hoedanigheid vernietigen van bestanden in geautomatiseerde werken". Hier hebben we dus een duidelijke situatie waar het rechtlijnig toepassen van de bestaande wet tot een ongewenste situatie zou leiden. (CancelMoose wordt aangepakt, spammers gaan vrijuit)

Internationale aspecten

Usenet is net als de rest van het Internet internationaal. Er zijn momenteel zo'n 150 landen aangesloten op het Internet. Usenet is echter niet beperkt tot het Internet, dus men kan veronderstellen dat het aantal landen waar men Usenet kan ontvangen zelfs nog hoger is.

Dit internationale aspect betekent een probleem bij het opstellen van regels. Zo is er in de Verenigde Staten veel meer mogelijk op het gebied van vrijheid van meningsuiting (met name dingen zoals racisme) dan in Nederland. Omgekeerd zijn er in Nederland (bv op het gebied van sexualiteit) dingen toegestaan die in de VS als indecent en unlawful worden beschouwd.

Het is hierbij wellicht aardig om op te merken dat het Internet oorspronkelijk is ontworpen door het Amerikaanse ministerie van defensie, waarbij als uitgangspunt genomen is dat het een kernoorlog moest kunnen doorstaan. Om dit ambitieuze doel te verwezelijken is het Net zo decentraal mogelijk opgezet. In het geval dat bepaalde knooppunten en verbindingen zouden worden uitgeschakeld, zouden de gegevens worden "omgeleid" over de overgebleven knooppunten en verbindingen. De enige mogelijkheid om het Net lam te leggen is om het (vrijwel) geheel te verwoesten.

Deze opzet heeft samen met het "postnationale" karakter van het Net gevolgen voor de mogelijkheid om censuur te plegen. Er zijn eigenlijk twee mogelijkheden:

  1. Informatie vestigt zich daar waar het zich het meeste thuisvoelt. Sexueel getinte informatie komt naar Nederland, racistische uitlatingen worden via de VS verspreid.
  2. Informatie is enkel en alleen toegestaan als het in alle landen die op het Net zijn aangesloten is toegestaan. Hierover kunnen eventueel in internationaal verband regels worden opgesteld.
Een voorbeeld van het tweede geval vormt de recente "CompuServe affaire". CompuServe is een van oorsprong Amerikaanse on-line service die (oa) toegang tot het Internet biedt. CompuServe is tegenwoordig ook in Europa actief, onder andere in Duitsland, waar men het aan de stok kreeg met een overheidsinstantie die zich bezighoudt met het bestrijden van pornografie. Deze instantie dreigde met een rechtzaak als CompuServe niet snel een aantal sexueel getinte newsgroups van haar systeem zou verwijderen. CompuServe was niet in staat om de gewraakte newsgroups alleen binnen Duitsland te blokkeren, en is overgegaan tot het afsluiten van deze newsgroups voor alle CompuServe abonnees, waar ook ter wereld. Deze actie wekte buiten Duitsland buitengewoon hevige reacties op. Men had het gevoel dat Duitsland probeerde de rest van de wereld de wet voor te schrijven. De Amerikaanse regering heeft de Duitse ambassade om opheldering gevraagd. Is het aanvaardbaar dat één land zijn normen en waarden aan de rest van de wereld oplegt?

Ook over het in internationaal verband opstellen van regels hoeft men zich geen illusies te maken. Enkele (nu nog fictieve) voorbeelden:

Het beste wat men internationaal kan bereiken, is dat er regels worden vastgesteld ter bestrijding van bepaalde zaken waarover internationaal consensus bestaat dat ze niet door de beugel kunnen (zoals schendingen van auteursrechten of kinderporno). Voor wat betreft het overige zal men moeten accepteren dat er op het gebied van vrijheid van meningsuiting in andere landen andere normen en waarden heersen. Overigens is de internationale vrijheid van meningsuiting reeds vastgelegd in verdragen zoals het Internationale verdrag voor Burgerlijke en Politieke Rechten, of het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens.

Aansprakelijkheid providers

Citaat uit de Voortgangsrapportage Actieprogramma Elektronische Snelwegen (20-12-1995) van het ministerie van Economische Zaken:
De strafrechtelijke aansprakelijkheid van informatie-aanbieders via de elektronische snelweg is niet anders dan in de klassieke situatie. Iemand die door verspreiding van informatie een strafbaar feit pleegt, loopt het risico van een strafrechtelijke vervolging. Degenen die aan anonieme auteurs of aan auteurs die zich aan de Nederlandse jurisdictie onttrekken, gelegenheid bieden om strafrechtelijk relevante informatie te verspreiden, zijn eveneens aansprakelijk. Artikel 350b van het Wetboek van Strafrecht verplicht bulletinboardhouders en andere informatie-aanbieders via bij voorbeeld Internet om reeds de nodige zorg in acht te nemen teneinde te voorkomen dat computervirussen worden verspreid. Het bestaande recht verplicht dus reeds tot het inachtnemen van een zekere zorgvuldigheid. De daartoe te treffen maatregelen kunnen bij voorbeeld in een gedragscode worden neergelegd. Aanzetten hiertoe zijn reeds gegeven. Het adagium "geen boodschap aan de boodschap" geldt dus niet voor informatie die is vastgelegd met het oog op consultatie door derden. De vraag naar de toegankelijkheid van strafbare informatie voor het publiek of voor een beperkte groep van personen, speelt daarbij een belangrijke rol. Een uitbreiding van een dergelijke zorgplicht tot andere gegevens dan virussen, althans voor zover de auteur daarvan niet is te achterhalen, is in overweging. Als voorbeeld daarvan kan worden genomen het aanzetten tot rassehaat en dergelijke.
Is een Internet provider aansprakelijk voor de Usenet groups die hij voert? Bovenstaand citaat heeft het over "informatie die is vastgelegd met het oog op consultatie door derden." Hierbij moet worden opgemerkt dat providers in principe meerdere soorten van Usenet toegang aan hun abonnees bieden. Ter wille van de eenvoud zal ik hier slechts de twee uiterste vormen eruit lichten:
  1. Via een gewoon communicatie-programma, hetzelfde als waarmee men met een BBS contact kan leggen. Hierbij heeft men gedurende de hele sessie een "open" telefoonlijn en worden de capaciteiten van de eigen computer vrijwel geheel buitenspel gezet. Iedere handeling gebeurt op de computer van de Internet-provider. Het news lezen gebeurt geheel interactief, vanaf de hard disk van de provider. De gebruiker krijgt een overzicht van newsgroups, en binnen iedere newsgroup waarin hij geinteresseerd is krijgt hij een overzicht van de beschikbare artikels (iedere article heeft een regel waarin de auteur aangeeft welk onderwerp het heeft). Bij deze vorm van toegang kan er inderdaad gesteld worden dat de provider "informatie heeft vastgelegd met het oog op consulatie van derden".
  2. Via speciale news-software is het mogelijk om de eigen PC een volwaardig deel uit te laten maken van Usenet. Hierbij stuurt de provider alle artikels in een door de gebruiker gespecificeerde lijst van newsgroups naar de PC van de gebruiker. Als alle abonnees van een bepaalde provider deze methode zouden gebruiken, dan is het voor de provider overigens niet noodzakelijk om alle artikels ook nog eens op zijn eigen hard disk op te slaan, hij hoeft ze alleen maar aan de PC's van zijn abonnees door te geven. Omdat articles in principe 24 uur per dag binnen komen, en de PC van de abonnee over het algemeen niet 24 uur per dag met de provider is verbonden, worden deze articles tijdelijk opgeslagen in een speciaal voor iedere individuele abonnee aangemaakte directory. Als de abonnee met de modem een dataverbinding opent, dan stuurt de provider in één grote "transfer" alle articles naar de PC van de abonnee. Merk op dat een tijdelijke "opslag" van gegevens die voor transport bedoelt zijn in principe overal op het Internet gebeurt. Een netwerkknooppunt op het Internet slaat ieder gegevenspakketje dat hij binnenkrijgt heel even op in het lokale geheugen, kijkt dan naar welke bestemming het moet, stuurt een kopie van het pakketje naar die bestemming, en vernietigt tenslotte zijn eigen kopie van het pakketje. Wat er bij deze vorm van Usenet-toegang gebeurt is in feite precies hetzelfde.

    Deze situatie lijkt verder veel op voice-mail, een dienst die door PTT-Telecom en Libertel aan abonnees mobiele telefonie wordt aangeboden. Hierbij beheert de telefoonmaatschappij een soort antwoordapparaat, waarop mensen (die net als op Usenet niet per definitie vanuit Nederland bellen, en waarvan de identiteit niet altijd kan worden achterhaald) die de betreffende abonnee willen bellen als hij niet bereikbaar is, een boodschap kunnen achterlaten.

Als iedereen over zou gaan op de tweede methode, dan is regelgeving op basis van het bovengenoemde "vastlegprincipe" effectief omzeild...

Er zijn ook nog andere nadelen aan te geven van pogingen om Internet Providers aansprakelijk te stellen voor de inhoud van Usenet. Eén van die redenen komt voort uit practische bezwaren: er zijn meer dan 7000 newsgroups die iedere dag weer een lawine van articles voortbrengen, en het is voor een provider practisch niet haalbaar om voortdurend alle artikels vooraf handmatig te controleren op een strafbare inhoud.

Automatische controle heeft ook zijn nadelen. Zo heeft America On-line, --- een met CompuServe concurrerende Amerikaanse on-line service --- het woord "breast" in de ban gedaan. Hiervoor zijn automatische filters geïnstalleerd, met als gevolg dat tevens een discussie over borstkanker onmogelijk werd...

Usenet en de wenselijkheid van censuur

Usenet bezit een aantal kenmerken heeft die het plegen van censuur minder wenselijk maken. Zo is er bijvoorbeeld veel meer selectiviteit mogelijk van wat voor informatie men wel en niet wil ontvangen. Wie geen behoefte heeft aan (bv) racisme, of vindt dat zijn/haar kinderen niet met racistische teksten mogen worden geconfronteerd, abonneert zich niet op racistisch getinte newsgroups. Als persoon X een artikel intypt waarin hij zijn minachting laat blijken voor alles wat niet blank, mannelijk en hetrosexueel is, en hij post dat op alt.skinheads, alt.politics.nationalism.white en alt.politics.white-power dan zal niemand daar wakker van liggen. Wie zich aan dergelijke denkbeelden ergert moet zich eenvoudigweg niet abonneren op dit soort hate-groups. Als de overheid deze newsgroups zou verbieden (herzij direct, hetzij via een "zorgvuldigheidsplicht bij de providers") dan kan er een situatie ontstaan waarbij eerdergenoemde persoon X gaat uitwijken naar andere newsgroups die nog niet verboden zijn, en het zelfde artikel post op soc.culture.jewish, soc.women of nl.roze (Iets soortgelijks is overigens al gebeurd toen CompuServe onder druk van de Duitse autoriteiten een aantal sexueel getinte newsgroups verwijderde). Het verbieden van newsgroups maakt het probleem dus alleen maar erger. Het beste wat de overheid kan doen is de hate-groups te beschouwen als een soort tippelzone; het is niet bepaald elegant wat er in omgaat, maar het zit tenminste op een zodanige plaats dat de overlast minimaal is.

Een ander argument dat tegen censuur pleit is de mogelijkheid tot interactie. Bij de traditionele media is deze niet of nauwelijks aanwezig, er is sprake van een eenrichtingsverkeer wat ertoe leidt dat aanstootgevende meningen niet meteen van tegencommentaar kunnen worden voorzien. Hierdoor kunnen er frustraties optreden die gemakkelijk kunnen uitmonden in een roep om censuur. Usenet is echter een volwaardig interactief medium. Wat Usenet zo speciaal maakt ten opzichte van de traditionele media, en ook ten opzichte van alle bestaande regelgeving, is is het een (wellicht zelfs het eerste) many-to-many massacommunicatiemiddel is. Een gevolg hiervan is dat een article meteen van tegencommentaar kan worden voorzien, en er discussies kunnen ontstaan.

Praktijkgeval verantwoordelijkheid providers

Enige tijd geleden werd in de newsgroup dds.multcult door gebruiker Rinus V. het Horst Wessel lied gepost. De anti-racistische organisaties Magenta en Nederland Bekent Kleur reageerden hierop met een dringend verzoek aan De Digitale Stad (het systeem waar vandaan Rinus V. zijn article had gepost) om in te grijpen. DDS is van mening dat het niet haar taak is om inhoudelijk in te grijpen in gesprekken tussen mensen. Worden er in die gesprekken strafbare feiten begaan dan is dat een zaak voor justitie.

DDS heeft op 8 augustus 1995 aan Magenta, Nederland Bekent Kleur en aan andere betrokkenen een voorstel gedaan tot het verder voeren van de maatschappelijke discussie middels het organiseren van een ``Tribunaal''. Daarin zou ook de verantwoordelijkheid van de provider/DDS aan bod kunnen komen. Het leek DDS verstandig om eerst het maatschappelijk debat verder te voeren alvorens een met het Internet nog relatief onbekend justitie apparaat in te schakelen (men vreesde dat dit ongewilde consequenties zou kunnen hebben m.b.t. de jurisprudentie). Magenta en Nederland Bekent Kleur hebben dat afgewezen en hebben op 14 augustus 1995 aangifte gedaan bij de politie van racistische uitspraken in de discussiegroep dds.multcult. Tijdens het politie-onderzoek is DDS als verdachte gehoord.

Het moet worden opgemerkt dat het voor DDS vrij problematisch is om eenmaal geposte artikels te verwijderen, de newsgroup dds.multcult wordt namelijk ook buiten DDS doorgegeven. Het verwijderen van het article op DDS zou dus gepaard moeten gaan met een cancel message om het op de overige Usenet-computers te verwijderen, waarvoor het al eerder genoemde vervalsen van de afzender noodzakelijk is. In dit geval ging het trouwens om een Nederlandstalige newsgroup, die voor het buitenland weinig interessant is. Als het echter in een internationale newsgroup had plaatsgevonden, dan zou een cancel betekenen dat de Nederlandse normen en waarden aan het buitenland zouden worden opgelegd (vgl. met CompuServe affaire).

Volgens de op Usenet geldende ethiek is het cancelen van andermans articles alleen geoorloofd op grond van technische redenen (bijvoorbeeld dichtslibbende verbindingen en hard disks vanwege spamming) en niet op grond van inhoudelijke redenen.

Middel vs. Omgeving

Veel mensen zien het Internet (en dus ook Usenet) enkel en alleen als middel, als een ingewikkelde machine. DB.NL is van mening dat het beter is om het Internet te zien als een omgeving, een plaats waar mensen werken, elkaar ontmoeten, kletsen, discusseren, ruzie maken, enz\ldots

Op het Net zijn gemeenschappen ontstaan, compleet met eigen (vaak ongeschreven) regels, die met een wisselende mate van succes worden gehandhaafd. Het is zeker niet het geval dat op het Internet alles wordt toegestaan. Wie zich misdraagt wordt vermanend toegesproken, soms zelfs uitgescholden (geflamed). Als dat niet werkt kan de provider van de betreffende gebruiker worden ingelicht, die in het uiterste geval de gebruiker de toegang tot het Net ontzegt.

Binnen die gemeenschappen is vaak een grote hoeveelheid creativiteit en technische kennis aanwezig. Bij bedreigingen wordt er binnen die gemeenschappen vaak naar technische oplossingen gezocht. Uit het spamming probleem is de CancelMoose voortgekomen. De plannen van de Amerikaanse overheid om onfatsoenlijke taal op het Internet te verbieden (de Exon bill) hebben ook hevig verzet van de Amerikaanse Internetgebruikers uitgelokt. Een slimme hacker heeft het programma HexonExon geschreven, dat bij het posten van een article alle onfatsoenlijke woorden vervangt door de namen van vooraanstaande Amerikaanse politici, en bij het lezen dit weer ongedaan maakt.

Het probleem van regelgeving op het Internet is dat er in feite twee gemeenschappen bij betrokken zijn. Om te beginnen is er de juridische gemeenschap. De leden hiervan denken in termen van wetten en regels, die het liefst zo veel mogelijk moeten aansluiten bij de wetten en regels die er reeds bestaan. Regelgeving dient centraal, door de overheid te te worden opgesteld en handgehaafd. Anarchie, waarbij die centrale factor ontbreekt en zowel het opstellen als de uitvoering van de regels wordt overgelaten aan de gemeenschap zelf, is de juridische gemeenschap een gruwel.

Aan de andere kant vind men de Internet-gemeenschap. Deze is het van oudsher gewend om de baas over het eigen netwerk te zijn. Met lede ogen moet men aanzien hoe steeds meer mensen "van buiten", die naar de mening van de Internet-gemeenschap vaak over onvoldoende kennis over de technische en sociale structuur van het Net beschikken, zich gaan bemoeien met wat er op hun netwerk al dan niet is toegestaan.

De grote uitdaging van regelgeving op het Net is hoe de kloof tussen deze gemeenschappen kan worden overbrugd. Regelgeving moet --- wil het effectief zijn --- ook een zeker draagvlak binnen de Internet-gemeenschap kunnen beschikken. Omdat regelgeving, gebaseerd op reeds bestaande wetten problemen oplevert (waarvan in dit betoog slechts enkele voorbeelden zijn gegeven) is het waarschijnlijk beter om juist de normen en waarden op het Net als uitgangspunt te nemen. Op deze manier kan bij de uitvoering hiervan een beroep worden gedaan op de Internet-gemeenschap. DB.NL is bereid om samen met Justitie en Internet Providers over deze regels na te denken. Amerikaanse toestanden, waar de Internet-gemeenschap en de overheid lijnrecht tegenover elkaar staan, kunnen in Nederland beter vermeden worden.