Juridische aansprakelijkheid op het Internet
19 april 1996
Na verloop van tijd wilden veel abonnees ook plaatjes en geluid gebruik maken, en een gebruikersvriendelijke interface naar het Net. Om dit te bewerkstelligen is het nodig om de eigen computer deel uit te laten maken van het Internet. Hierbij komt echter een probleem om de hoek kijken: bij de traditionele manier waarop het Internet werkte, was het noodzakelijk dat de computers permanent met elkaar verbonden zijn. Dit gaat uit van het gebruik van huurlijnen, terwijl abonnees van Internet providers juist gebruik maken van een gewone telefoonlijn, die ze niet 24 uur per dag open wilden laten staan. Als er geen permanente verbinding is tussen de abonnee en de provider, wat moet er dan gebeuren met een e-mailtje dat aankomt als de computer van de abonnee niet bereikbaar is? Dit probleem werd opgelost door de provider het mailtje tijdelijk te laten opslaan en het aan de abonnee door te geven zodra deze weer bij de provider inbelt.
Een soortgelijk probleem ontstond toen het World Wide Web (WWW) populair werd. Bij WWW is het voor abonnees mogelijk om via een eigen homepage informatie beschikbaar te stellen
In dit artikel wordt bewust gesproken van beschikbaar stellen en niet van verspreiden. Het verschil is dat bij verspreiden het initiatief tot communicatie bij de zender ligt, waar dit bij beschikbaar stellen juist bij de ontvanger ligt.
Het beschikbaar stellen van homepages via de eigen PC zou tot gevolg hebben dat deze alleen maar beschikbaar zijn als de abonnee bij de provider inbelt. Dit probleem werd opgelost door de homepage bij de provider op de hard-disk te zetten. De provider biedt de abonnee dus een stukje van zijn hard-disk te huur aan, waar de abonnee de informatie op zet die hij in principe vanaf zijn eigen PC beschikbaar zou kunnen maken, maar die hij vanwege praktische en economische redenen toch bij de provider zet. De abonnee is zelf de baas over zijn stukje gehuurde disk-ruimte, de provider voert geen redactie over hetgeen de abonnee beschikbaar stelt.
CAI Westland maakt momenteel gebruik van zgn. dynamische IP adressen, waardoor het vanaf de eigen PC beschikbaar stellen van informatie wordt bemoeilijkt. Dit, gecombineerd met het ontbreken van gebruikersvriendelijke server-software heeft tot gevolg dat voorlopig alleen enigszins technisch onderlegde mensen informatie via de kabel vanaf de eigen PC beschikbaar kunnen stellen.
Verder is het verschil tussen opslag en transport nu al aan het vervagen. Op het WWW ziet men dat providers proxies installeren. In plaats van dat de abonnee zelf WWW-pages gaat opvragen, doet hij een verzoek aan de proxy. De proxy haalt de gevraagde informatie op, geeft het door aan de abonnee, en houdt zelf een kopie achter (die overigens na verloop van tijd weer wordt vernietigd) in de zgn. cache. Als nu een tweede abonnee dezelfde informatie opvraagt, zal de proxy merken dat hij deze informatie nog in zijn cache heeft staan, zodat het niet nodig is om de informatie nog een keer op te halen, en het verzoek dus snel, zonder verspilling van netwerkcapaciteit kan worden afgehandeld. Gaat het hier om tijdelijke opslag ten behoeve van transport of is hier sprake van opslag met het oog op consultatie door derden?
Een ander voorbeeld van de vervagende grens tussen opslag en transport zijn de verschillende vormen van Usenet-toegang. In een vorig document ("Regelgeving op Usenet") is hier al enige aandacht aan besteed.
Het toewijzen van uitgeversverantwoordelijkheden aan Internet providers zou ook risicomijdend gedrag tot gevolg kunnen hebben. Bij klachten over de abonnees heeft een provider er geen belang bij om het tot een rechtszaak te laten komen. Providers zullen dan ook geneigd zijn om de partij die met een rechtszaak dreigt uit financiële overwegingen in het gelijk te stellen, ten koste van de vrijheid van meningsuiting van de abonnee.
Tot slot is het aardig om op te merken dat er momenteel binnen de providerswereld wordt nagedacht over de mogelijkheid om de abonnees een stuk hard-disk ruimte te laten kopen in plaats van huren. Dit zou de aansprakelijkheid van de providers verminderen.
Wat betreft gedaagden sub 1 tot en met 22 [De Internet providers] moet worden aangenomen dat zij niet meer doen dan gelegenheid geven tot openbaarmaking en dat zij in beginsel geen invloed kunnen uitoefenen op of zelfs maar kennis dragen van datgene wat diegenen die via hen toegang tot Internet hebben gekregen daarop uitdragen.Een voorbeeld van hoe een provider kan optreden wanneer een abonnee duidelijk ontoelaatbare dingen doet, is de zaak van "Virtual Pigeon". Virtual Pigeon was de schuilnaam van een XS4ALL-abonnee die zijn account gebruikte om kinderporno te verspreiden. In september heeft XS4ALL hiervan aangifte gedaan bij de Amsterdamse Politie. Deze wilde echter wachten met ingrijpen tot 1 februari 1996, de datum waarop het strengere "kinderporno-artikel" 240b van het Wetboek van Strafrecht in werking zou treden. Toen Virtual Pigeon eind december begon met het publiceren van een nieuwe reeks afbeeldingen, was dat voor XS4ALL aanleiding om in te grijpen, en de gebruiker de toegang tot het Net (tijdelijk) te ontzeggen. Dit neemt niet weg dat XS4ALL van mening is dat providers in het algemeen gebruikers alleen mogen afsluiten in opdracht van de autoriteiten.In beginsel is er daarom geen aanleiding hen aansprakelijk te houden voor onrechtmatige --- bijvoorbeeld op auteursrechten van derden inbreuk makende --- handelingen van gebruikers.
Een aansprakelijkheid zou aangenomen kunnen worden in een situatie waarin onmiskenbaar duidelijk is dat een publicatie van een gebruiker onrechtmatig is en waarin redelijkerwijs mag worden aangenomen dat zulks ook bij de access provider bekend is, bijvoorbeeld doordat deze op een en de ander is geattendeerd. In een dergelijke situatie zou wellicht van de access provider verlangd kunnen worden dat hij tegen de betrokken gebruiker optreedt.
In de zaak waar het thans om draait is door eisers echter niet aannemelijk gemaakt dat een van de gedaagden 1 tot en met 22 handelend had behoren op te treden.
Tot op zekere hoogte zou men de positie van een provider met die van een drukker kunnen vergelijken; zolang deze in het geval van een duidelijk illegale opdracht (veronderstellend dat dit bij hem bekend is) de politie tipt, en indien deze een onderzoek instelt de identiteit van de opdrachtgever aan de politie kan bekendmaken, gaat hij vrijuit.
Een probleem hierbij is dat deze positie hooguit betrekking kan hebben op de informatie die de abonnees van deze provider beschikbaar stellen, en niet op de informatie "van buitenaf". Hierop heeft de provider geen enkele greep, en is het veelal ook niet mogelijk om de identiteit te achterhalen van degenen die deze informatie beschikbaar stellen. Voor een provider is vanwege de structuur van het Internet onhaalbaar om selectief illegale informatie te filteren. Een voorbeeld hiervan is de censuur van Duitslands grootste Internet provider, T-Online. Deze kreeg van de duitse autoriteiten de opdracht om de homepage van Ernst Zündel, een Canadese neo-nazi, ontoegankelijk te maken voor T-Online abonnees. Het gevolg was echter alle homepages van de Internet provider waarvan Zündel gebruik maakte, ontoegankelijk werden voor abonnees van T-Online.
Een voorbeeld van openheid versus geslotenheid vormen de zgn. mailinglists. Een mailinglist bestaat uit een speciaal e-mail adres, dat van ieder binnenkomend mailtje een kopie naar alle abonnees van de betreffende mailinglist stuurt. Op die manier is er een forum geschapen waar de abonnees kunnen discussieren. Sommige mailinglists hanteren criteria voor het aanmelden van nieuwe abonnees. Zo geldt voor het aanmelden op de db-nl-leden mailinglist het criterium dat men minstens fl. 25,-- per jaar aan DB.NL moet doneren, en het Digitaal Manifest moet onderschrijven. De meeste mailinglists hebben echter geen aanmeldingscriteria, waardoor het iedere Net-gebruiker vrij staat om abonnee te worden. Bij het beoordelen van de strafbaarheid van een bepaalde uitlating op een mailinglist zal dus moeten worden nagegaan in welke mate de mailinglist openbaar is.
Soms is op een discussie-forum een vorm van redactie aanwezig. Het klassieke voorbeeld hiervan is een gemodereerde newsgroup. Hierbij wordt ieder bericht eerst per e-mail naar de moderator opgestuurd, die vervolgens bekijkt of het bericht geschikt is om in de newsgroup te posten. Ook mailinglists kunnen een moderator hebben. Merk op dat moderator meestal een onbetaalde functie is, waardoor het veelal niet mogelijk is om ieder bericht uitgebreid te controleren op mogelijke juridische consequenties. De aansprakelijkheid van moderators dient beperkt te worden tot de gevallen waarbij deze redelijkerwijs kan vermoeden dat doorgifte van een bepaald bericht onrechtmatig is.
Alternatieve rechtsposities, niet gebaseerd op technische criteria zijn: